Mijn verhaal
Ik weet eigenlijk niet waar ik moet beginnen!
De start
Op een zomerdag in juli werd ik thuis geboren, uit twee heel verschillende mensen. Mijn moeder kwam uit Zeeland, mijn vader uit Senegal. Twee diepe lijnen: Nederland en Afrika.
Mijn naam, Nyaki, werd door mijn moeder gekozen en betekent ‘bezige bij’. Op mijn geboortekaartje stond:
“Kindje van liefde, je bent niet zoals hij, je bent niet zoals zij. Kindje van liefde, je bent zoals jij.”
En daarmee werd meteen een diepe familielijn geraakt. In dit leven ben ik hier om mijn ware identiteit te vinden, cycli te doorbreken en de weg vrij te maken voor mijn nageslacht. Het is bijzonder om nu zo duidelijk te voelen en te weten dat alles precies is zoals het moet zijn.
Mijn jeugd
Op tweejarige leeftijd werd ik geadopteerd door de nieuwe partner van mijn moeder. Mijn biologische vader moest vanwege omstandigheden terug naar Afrika. Mijn stiefvader werd mijn vader en op mijn vierde kreeg ik een broertje! Wij hoorden bij elkaar. Toen, nu en in de toekomst.
Onze jeugd was niet makkelijk. Huiselijk geweld, emotionele trauma’s… en persoonlijk voelde ik me altijd anders. Ander haar, een andere kleur, maar ik was er. Ik liep het liefst rond in zachtroze kleding; dat gaf me een fijn gevoel. Vandaar dat je mij altijd zult vinden als je uitkijkt naar roze.
Toen ik twaalf was, gingen mijn ouders scheiden. Een nieuwe fase brak aan. Ik was niet meer welkom bij mijn stieffamilie, dus in de weekenden dat mijn broertje daarheen moest, voelde het thuis donker. Mijn moeder had veel verdriet en leefde met de gordijnen dicht, totdat mijn broertje terugkwam.
Terug naar mijn roots
Jaren gingen voorbij. Ik studeerde inmiddels aan de hogeschool en voelde dat het tijd was om mijn biologische vader in Afrika op te zoeken. Terug naar mijn roots. Waar kom ik vandaan, of beter gezegd: waarmee ben ik verbonden?
Op mijn 23ste reisde ik samen met mijn broer naar Senegal. Wat was ik nerveus! Ik ontmoette mijn vader. De verhalen van mijn moeder klopten. Hij had een goed hart, maar was een aparte man. Ik kon voelen dat hij geen makkelijk leven had gehad. Eén ding was zeker: mijn moeder was zijn grote liefde.
Ik werd op straat herkend, omdat mijn vader 23 jaar lang had verkondigd dat er een dag zou komen dat zijn vrouw en dochter terug zouden keren. En die dag was aangebroken.
Mijn oma, zijn moeder, was helaas al gestorven en haar heb ik nooit kunnen ontmoeten. Het weerzien met mijn vader viel me zwaar en na vijf dagen vloog ik terug naar huis. Onze ontmoeting werd gepubliceerd in de Flair. (Zie link.)
Drie maanden later zat ik opnieuw in het vliegtuig. Dit keer met mijn moeder en een groep studenten. Ik had een stichting opgericht, vastbesloten om Afrikaanse jongeren te helpen bij het creëren van een betere toekomst.
Toen mijn ouders elkaar weer zagen op het vliegveld in Senegal, vielen ze elkaar in de armen. Niet lang daarna hertrouwden ze.
Van stichting naar ondernemerschap
De stichting was een succes. We bouwden een educatief centrum en zetten verschillende kleinschalige projecten op met als doel een self-supporting business te creëren. Het was de tijd van mijn leven. Ik voelde me thuis in Afrika. Daar ontmoette ik ook mijn huidige man.
Naast de stichting richtte ik Nyaki International op, zodat we langer in Senegal konden blijven. Mijn man en ik produceerden duizenden handgemaakte manden, die via HEMA en Return to Sender werden verkocht. Het was prachtig om te zien hoe 75 vrouwen uit een afgelegen dorp in Senegal financieel onafhankelijk werden door het vlechten van manden.
Terug naar Nederland
Ik raakte in verwachting en we besloten terug te keren naar Nederland. Na de geboorte van onze zoon moest mijn man terug naar Senegal, in afwachting van zijn visum. Ik herinner me nog goed hoe ik elke dag naar de voordeur rende zodra de post op de mat viel.
Zeven maanden gingen voorbij en toen kwam de dag: de dag dat ik hem van Schiphol mocht halen. Het was bijna onwennig, maar hij was er!
Twee jaar later waren we opnieuw in verwachting. Een meisje! Wat een geluk! Totdat ik begon te bloeden…
Er werd mij verteld dat er niets aan de hand was, maar ik voelde dat er iets niet klopte. Mijn moeder had een droom gehad over een donker jongetje met een bos krullen, niet over een meisje. Met 17 weken kregen we te horen dat mijn vruchtwater op was. Bij elke bloeding was er water meegekomen en ons meisje kon dit niet overleven.
Ik moest bevallen. Daar lag onze kleine Lilli, op mijn hand. Alles zat eraan. Handjes, voetjes, nageltjes… helemaal compleet, maar niet rijp voor dit leven.
Ik was kapot en begreep niet waarom. Mijn man en ik gingen hier heel anders mee om, en daardoor konden we elkaar een tijd lang niet vinden.
Ik wilde niets liever dan opnieuw in verwachting raken. Ik herinner me nog goed dat ik een eisprong had tijdens volle maan. Dit is het moment, dacht ik.
Ik was opnieuw zwanger. Maar het was pril en ik kreeg een bloeding. In het ziekenhuis zagen ze niets meer op de echo. Maar het voelde anders.
Een week later deed ik een second opinion in een kliniek. De vrouw die de echo deed, kende ik van mijn vorige zwangerschappen. Ze keek voorzichtig en zei: “Ik zie een vruchtzakje.” Mijn hart maakte een sprongetje. Je bent er nog!
Maar toen zei ze: “Ik zie ook een verschrompeld zakje.” Het waren er twee geweest.
Met zeven maanden braken mijn vliezen. Ik was zo bang. Ik moest platliggen en na drie weken werd onze prachtige tweede zoon geboren. Precies zoals mijn moeder had gezien in haar droom. Hij was er!
Diep vanbinnen wist ik dat ik ook moeder zou worden van een meisje. Twee jaar later werd ons meisje geboren. Veilig thuis, met de hele familie erbij.
Ons gezin voelde compleet.
Een reis die alles veranderde
Toen onze dochter twee was, besloten we met de hele familie naar Afrika te reizen. Mijn vriendin en haar partner (die zij ook in Senegal had ontmoet) gingen mee. Het werd een get-together-vakantie.
Tijdens het opstijgen voelde ik een enorme druk in mijn hoofd. Boven Parijs voelde ik dat er iets misging. Ik keek mijn man aan en zei: “Dit is niet goed, hè?” Hij keek me aan en zei: “Nee, dit is niet goed.”
De stewardess kwam eraan en ik zag meteen dat ze schrok. Ik werd naar achteren gebracht en er werd omgeroepen of er artsen aan boord waren. Mijn moeder en mijn man bleven bij de kinderen.
Mijn gezicht en rechterarm waren verlamd. Ik keek nog één keer achterom en dacht: Dit was het. Ik heb een hersenbloeding en ik kan geen kant op. Hoog in de lucht…
Ik keek naar mijn kinderen en voelde een intense pijn in mijn hart. Mijn hartslag was inmiddels 170 bpm. De stewardess zei: “We gaan een noodlanding maken.”
Op dat moment voelde ik een oerkracht in mij opkomen en zei: “Nee! We gaan naar Afrika!”
Mijn moeder kwam naast me zitten en aaide over mijn wang. Ze begon herinneringen op te halen en sprak over de toekomst. “Als we daar straks zijn, dan…”
Ze was mijn brein aan het deprogrammeren. Het was prachtig.
Na 42 minuten voelde ik tintelingen in mijn gezicht. Mijn gevoel kwam terug en ik kon weer water drinken.
De rest van de vlucht is een waas, maar één ding weet ik nog: ik stapte in Afrika het vliegtuig uit.
Deel 2: Ik dacht dat ik het ergste had gehad… Maar het was net begonnen
Eenmaal in Afrika voelde ik me vreemd. Ik zweefde als het ware boven de grond, had geen balans. Ik probeerde mezelf groot te houden, maar kreeg continu hartkloppingen. Als we in een restaurant zaten, was mijn fysieke lichaam aanwezig, maar ik was er eigenlijk niet. Die constante trilling in mijn lichaam, het voortdurende gevoel dat ik elk moment kon flauwvallen…
Het werd steeds erger. Ik kon mijn bed nauwelijks meer uit zonder dat mijn hart op hol sloeg. Ik was prikkelbaar en wilde met rust gelaten worden. Ik herinner me nog goed hoe ik door de gang van het hotel liep en mezelf steeds maar toesprak: Je bent er bijna, nog een paar stappen… Kom op, Nyak, bijna!
Ik moest naar een dokter. Ik trok het niet meer.
Mijn hartslag werd opgemeten en ik zag de arts schrikken. Ik verstond de taal niet goed, maar hoorde iets met cardi tak, wat in mijn oren klonk als ‘hartaanval’. Mijn hart sloeg weer op hol: 160, 170 bpm. Ik kreeg medicatie en met veel angst, pijn en moeite heb ik de vakantie uitgezeten.
Ik was als de dood om terug te vliegen. Wat als het weer gebeurt?
Onder enorme spanning en stress ben ik op het vliegtuig gestapt. Nog nooit ben ik zo blij geweest om thuis te komen. Maar hier begon mijn medische rollercoaster pas echt.
De diagnose die alles veranderde
Het vermoeden was dat ik in het vliegtuig een lichte TIA had gehad. Maar dat kon niet meer worden vastgesteld, omdat zoiets binnen een bepaald tijdsbestek onderzocht moet worden. Ze konden niets vinden.
Na bloedonderzoek kwam de diagnose: de ziekte van Graves. Een auto-immuunziekte waarbij mijn schildklier overactief was. Dit sloeg direct op mijn hart en verklaarde de hevige hartkloppingen. Ik vroeg naar de oorzaak.
Ze konden me geen antwoord geven. Daar had ik direct een bepaald gevoel bij. Maar als je de oorzaak niet weet, hoe kunnen we dit dan oplossen? Antwoord: Niet.
Het gaat nooit meer over. Je krijgt medicatie en als dat niet helpt, kun je je schildklier laten verwijderen of bestralen.
Een donkere periode
Ik zakte weg in een periode van complete duisternis.
Ik zat vol medicatie en kreeg overal paniekaanvallen. Ik voelde me steeds onzekerder, gevangen in mijn eigen beperkingen. Maar ergens diep vanbinnen voelde ik: Dit kan anders. Dit mag ik helen.
Mijn broer stelde voor om yoga te proberen. Hij wilde met me meegaan, omdat ik in mijn eentje niet durfde. Wat als ik in paniek raak? Yoga bleek een openbaring. Vooral Yin Yoga, waarbij je langdurig in een bepaalde houding blijft. Langzaam kreeg ik de controle over mijn lichaam terug.
Ik begon me te verdiepen in spiritualiteit. Ik heb altijd een sterk intuïtief gevoel gehad, maar dit was anders. Ik verslond boeken en wilde meer en meer weten. Toen ontdekte ik de spirituele betekenis achter mijn auto-immuunziekte. Mijn zoektocht bracht me bij een regressietherapeut, en daar maakte ik mijn eerste multidimensionale reis.
Ik zag mezelf als vrouw op een slavenplantage. Ik zag de mensen om me heen. Ik voelde het zand tussen mijn tenen. De zwaarte van dat leven drukte op me…
De crisis van 2020
En toen kwam COVID. Mijn onderneming liep leeg. Ik ervaarde zoveel stress dat ik letterlijk verlamd raakte. Maar juist in die stilstand kwam ik in diepere lagen van mezelf terecht. Ik herinner me nog goed hoe Rutte op tv zei: “Wij gaan jullie helpen.” Ik zag zijn aura en wist meteen: Het is niet waar.
Ik keek mijn man aan en zei: Hier zit iets achter.
Vanaf dat moment begon ik me nóg dieper te verdiepen in het leven, de structuren, het universum, de bron, de verschillende energetische krachten. COVID zorgde voor een versneld ontwakingsproces.
Maar ik wilde ook iets doen.
Ik voelde een sterke drang om achter de schermen te werken, om ondernemers zoals ikzelf te helpen. Ik zocht een functie binnen de gemeente en werd aangenomen. Voor ik het wist, was ik verantwoordelijk voor het verstrekken van uitkeringen aan ondernemers.
Ik werkte 13 uur per dag.
Ik wilde het goed doen.
Ik was dankbaar voor mijn baan.
En ’s avonds? Dan studeerde ik.
Ik las boeken. Zocht informatie op. Ik wilde alles begrijpen.
Toen de scholen sloten, had ik een fulltime baan én drie kinderen die thuis les moesten krijgen. Maar deze vrouw hield alle ballen hoog. Dus ik ging door!
Ik vertelde niemand over de paniekaanvallen die ik nog steeds had. Over de hartkloppingen in de auto naar kantoor. Over de angst die me af en toe bekroop. Ik hield alles voor mezelf.
Het moment dat de bom barstte
Tot die ene nacht. Een enorme knal deed me rechtop in bed zitten. Mijn man rende naar buiten.
“Niet naar buiten!” riep ik. Maar hij was al weg. Ik ging naar de wc en kreeg een paniekaanval. Mijn man kwam terug en vond me daar, trillend, in paniek. “Wat gebeurt er?” vroeg hij.
Ik kon het niet uitleggen. Ik wist alleen: Ik heb hier nog steeds last van. Minder dan voorheen, maar het is niet weg.
De stress sloeg weer toe. Mijn schildklierwaarden schoten omhoog.
Ik had geen keuze. Ik moest me ziekmelden. En zo belandde ik in de ziektewet.
Stilstand. Complete stilstand.
Nog nooit in mijn leven was ik afhankelijk geweest.
Vanaf mijn 18e had ik altijd gewerkt. Eerst bij een uitzendbureau, naast mijn mbo-opleiding.
Op mijn 20e stapte ik de overheidssector in. Ik kocht mijn eerste appartement in Amsterdam.
Verkocht het twee jaar later en ging hbo studeren. Ik richtte een stichting op, startte mijn eigen bedrijf.
Kocht samen met mijn ex een pand in Amsterdam. Kreeg drie kinderen met mijn huidige man.
Runde een B&B met vijf kamers. Ik heb altijd mn eigen boontjes gedopt. En nu?
Stilstand.
Ik was nog niet diep genoeg gegaan na mijn ervaring in het vliegtuig…